Tiroolse knoedels
- Meat
- Classics
- Soup
- Main Course
Met dit recept smaakt de knoedel als het origineel uit Tirol. Kleine knoedels worden geserveerd in rundvleessoep, grotere met warme zuurkool of salade.
Voorbereiding
- Bereidingstijd: 60 min.
- 10 Knoedels
Snijd de lente-uitjes fijn en het rookvlees of de worst in heel kleine blokjes. Verhit een beetje boter of reuzel en fruit de uien lichtbruin. Voeg het rookvlees en de peterselie toe en bak alles kort mee. Haal van het vuur.
Doe het knödelbrood in een kom. Klop de melk los met de eieren en breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Giet over het knödelbrood. Roer het worst- en uimengsel erdoor en meng de bloem erdoor. Meng tot een relatief stevig mengsel (voeg broodblokjes of bloem toe indien nodig) en kruid opnieuw, strijk glad en laat ongeveer 30 minuten staan.
Breng in een grote pan ruim water met zout aan de kook. Vorm van het mengsel kleine knoedels (voor soep) of middelgrote knoedels, afhankelijk van hoe je ze wilt gebruiken. Bevochtig je handen herhaaldelijk met koud water om de knoedels mooi glad te maken.
Doe ze in kokend water, breng ze eenmaal aan de kook en laat ze dan op een lager vuur 8 - 20 minuten sudderen, afhankelijk van de grootte.
Haal ze uit de pan, laat ze goed uitlekken en serveer ze. Serveer bestrooid met notenbruin geschuimde boter en gehakte peterselie.
Tip: Kleine Tiroolse knoedels worden vaak geserveerd in sterke, hete rundvleessoep, grotere worden geserveerd met warme zuurkool of salade.
Ingrediënten
De culinaire geschiedenis heeft altijd met succes politieke grenzen overschreden. De geschiedenis van de oorsprong van de Tiroolse knoedel is zeker niet beperkt tot het huidige Tirol. De knoedel werd voor het eerst beschreven in een Tirools kookboek in de 16e eeuw, maar in het huidige Italië waren hartige knoedels al 400 jaar eerder op ieders lippen te vinden. Dit wordt bewezen door een "fresco met knoedels" in de kasteelkapel van Hocheppan. Wat anders dan een sappige Tiroolse knoedel kan de kunstenaar geïnspireerd hebben?