Wachauer abrikozenknödel
- Classics
- Sweet
- Vegetarian
- dessert
Het geheim van de Wachauer abrikozenknödel is de vulling: een hele, echte abrikoos. Met dit recept smaakt de abrikozenknödel die je thuis maakt even lekker als die uit de Wachau.
Voorbereiding
- Bereidingstijd: 60 min.
- 10 Knödel
Klop de boter op kamertemperatuur samen met de vanillesuiker en een snuf zout schuimig op. Voeg het ei, de kwark en de bloem toe en meng goed tot een glad en homogeen deeg. Maak een grote bal van het deeg en wikkel het in vershoudfolie. Laat 30 minuten op een koele plaats rusten.
Verwijder de steen uit de abrikozen (duw ze eruit met een houten lepel of snijd ze eruit met een mes). Leg een klontje suiker op de plaats waar de steen zat.
Bestuif het werkvlak met bloem. Rol het deeg uit tot een rol met een dikte van 5 cm. Snijd plakjes van de rol met een mes. Duw de plakjes deeg plat in jouw handpalm. Leg een abrikoos in het midden van het plakje deeg. Vouw de randen van het deeg samen en druk goed dicht. Maak er een mooie ronde bal van en leg de knödels op een bebloemde plank.
Breng water aan de kook in een grote pan. Leg de abrikozenknödel in het water en laat 10-13 minuten sudderen in het water. Roer af en toe door het water om te voorkomen dat de knödels aan elkaar gaan plakken.
Tip: Om er zeker van te zijn dat de knödels niet uit elkaar vallen, is het aangeraden om eerst een testknödel te koken voordat je de knödels vult. Voeg een beetje extra bloem toe als het deeg te zacht is, of een beetje extra boter als het deeg te stevig is.
Smelt de boter in een pan. Voeg het broodkruim toe en breng op smaak met kaneel. Bak tot het broodkruim goudbruin is. Voeg aan het einde een goede snuf suiker toe. Haal de knödels die gaar zijn uit het water en rol ze door het broodkruimmengsel. Bestrooi met een beetje poedersuiker en serveer.
Ingrediënten
De abrikozenknödel het symbool is van de Wachau? Het gerecht is een perfect voorbeeld van de openhartigheid van de Oostenrijkers tegenover andere culturen. Deze delicatesse verbindt een vrucht die van oorsprong chinees is (de abrikoos) met een plant uit Polynesië (suiker) en een Opper-Duits bereidingsidee (de knödel). De EU – hoe kan het ook anders – heeft haar bureaucratische vingers in de pap. In dit geval moeten de abrikozenboeren uit Wachau aan de strenge eisen van de EU voldoen. Met de gecontroleerde benaming ‘Wachauer Marille’ g.U. ontvingen ze een geldig certificaat dat hun kostbare vruchten tot de beste van hun soort benoemt.