Sachertorte

Smelt de chocolade langzaam (bij voorkeur in een bain-marie).

Klop ondertussen de boter met de poedersuiker en vanillesuiker. Roer geleidelijk de eidooiers erdoor. Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet een cakevorm in met boter en bestrooi met bloem. Klop de eiwitten met een snufje zout, voeg de kristalsuiker toe en klop tot er stijve pieken ontstaan. Roer de gesmolten chocolade door het dooiermengsel en spatel de eiwitten er afwisselend met de bloem door. Giet het beslag in de vorm en bak ongeveer 1 uur.

Til de cake eruit en laat afkoelen. (Voor een glad oppervlak draai je de cake direct na het bakken uit op een werkvlak)

Als de abrikozenjam te stevig is, verwarm dan kort en roer tot een gladde massa, breng op smaak met een scheutje rum. Snijd de taart kruislings doormidden. Besmeer de deegbodem met jam, leg de tweede helft erop en besmeer rondom en bovenop met abrikozenjam.

Breek of verdeel de chocolade in kleine stukjes voor het glazuur. Laat het water en de suiker een paar minuten op hoog vuur sudderen. Haal van het vuur, giet in een kom en laat afkoelen tot het precies lauwwarm is. (Te heet glazuur wordt dof, te koud glazuur wordt te dik.) Voeg de chocolade toe en los op in de suikeroplossing. Giet het glazuur snel, d.w.z. in één keer, over de cake en strijk het meteen helemaal uit met een paletmes of een heel breed mes en strijk het glad. Laat de cake op kamertemperatuur drogen.